Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd
zijn, zoals bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
antiblokkeerremsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of
airbagsystemen. Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant of leverancier van uw
voertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto
worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan risico's opleveren en de
garantie op het apparaat ongeldig maken. Controleer regelmatig of de draadloze
apparatuur in de auto nog steeds goed bevestigd is en naar behoren functioneert.
Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in
dezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorende onderdelen of toebehoren. In een
noodsituatie wordt de airbag in een auto met zeer veel kracht opgeblazen. Plaats
daarom nooit draadloze apparatuur of andere voorwerpen in de ruimte boven of vóór
de airbag. Als draadloze apparatuur niet goed in de auto is geïnstalleerd, kan ernstig
letsel ontstaan wanneer de airbag wordt opgeblazen.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit
voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. Het gebruik van mobiele
communicatieapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het
draadloze telefoonnetwerk verstoren en is mogelijk illegaal.
Aanvullende veiligheidsinformatie
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
36